Op 22 oktober liet Slow Crush hun nieuwe album Hush op ons los. Twee dagen ervoor speelden ze hun release show in Botanique. Een memorabele avond voor iedereen die erbij was.
Een gesprek met frontvrouw Isa Holliday voor de show was de kers op de (vegan) taart. Geen stijf interview met ongemakkelijke stiltes, maar een toffe babbel waarbij vooral ook veel gelachen werd.
Hoe stel je de setlist samen? Hoe wordt beslist wat daarin komt te staan?
Dat is eigenlijk vooral op het gevoel. We kijken welke nummers het best in elkaar overlopen omdat we graag een sfeer willen opbouwen. En we willen het publiek er helemaal in meesleuren. Het is heel belangrijk om de juiste volgorde van de nummers te kiezen om dan net dié sfeer te verkrijgen. Ik zeg een paar dingen tijdens de set maar ik wil ook niet te veel de sfeer breken. Dus er is wel over nagedacht. (lacht)
Maar vanavond spelen we sowieso een paar oude nummers en ook een paar nieuwe nummers want de plaat is nog niet uit. De eerste drie nieuwe singles zitten wel in de setlist maar we spelen ook andere nummers die pas vrijdag uitkomen.
Variëren jullie regelmatig in de setlist naargelang de tour evolueert? En wijkt Europa sterk af van Amerika?
Ja, we zijn nog niet vertrokken hé (lacht). Dus ik kan dat nog niet zeggen. Maar ik denk dat het vooral is hoe we het aanvoelen in de set. Het kan zijn, na een paar shows, dat we denken van “Ah ok, ja misschien moeten we dit nummer switchen met een ander.”
Maar ja, het is echt op het gevoel. We moeten ons er ook goed bij voelen om zo de juiste sfeer te kunnen creëren bij het publiek.
Welke zaken hebben er vooral op jou een positieve of negatieve invloed aan het begin van een show?
Alles hé! Katten, kunnen altijd een positieve invloed op mij hebben. (lacht) Ja, ik weet het niet. Het is te lang geleden hé? Ik moet ervoor zorgen dat ik in ‘the zone’ geraak voor een show dus ik probeer mij kort voor de set een beetje voor te bereiden. Maar; ik ontmoet graag het publiek. Dus sta ik ook vaak bij de merchandise stand. Ik vind dat ook belangrijk, om contact te hebben met de mensen die naar ons komen kijken. Maar voor de rest, positieve invloeden; ervoor zorgen dat je mentaal de switch kan maken en alleen maar aan muziek denken.
En wat mij negatief zou beïnvloeden. (denkt even na) De enige keer dat we naar onze eigen mening een heel slechte show hebben gespeeld was als we vooraf veel te veel hadden gegeten. (lacht) We waren in Oakland dacht ik, en twee deuren verder was er een keigoed veganistisch restaurant. Wel allemaal heel zwaar en vettig. We konden niet kiezen dus hebben we ook veel te veel besteld en veel te veel gegeten! Maar daar hebben we echt uit geleerd. We proberen nu echt om op ons eten te letten voor een show of vroeg genoeg te eten voor we op het podium staan.
Tijdens een fantastisch optreden, waar bevind jij je in gedachten?
Gewoon bij dat wat ik speel, denk ik. Daar probeer ik me zoveel mogelijk op te focussen en dan laat ik mij door de muziek leiden naar ergens waar ik mij comfortabel voel. Ik ben vrij verlegen, daarbij komt dat ik mezelf dan moet blootstellen aan mensen die ik niet ken. Ik ben niet zo goed in mijn ‘strengths’ tonen. Niet dat bas spelen zo mijn sterkte is. Ik laat mij gewoon helemaal omhelzen door de muziek om zo ook het beste van mezelf te kunnen laten zien.
Als je één plek op aarde zou morgen kiezen - dat mag van aan het sterrendak gaan tot in de diepste oceanen - maar geen standaard concertlocatie. Waar zou je dan écht eens willen optreden?
Ergens waar het heel goed klinkt? Ik denk voor onze muziek dat een planetarium misschien wel leuk zou zijn, zolang de akoestiek dat toelaat. Dat geeft zowat de sfeer weer die we creëren dus ik denk dat dat misschien wel tof zou zijn; de sterren.
Zijn er tijdens het touren levenslessen die je geleerd hebt die je ook in je dagelijkse leven kan gebruiken?
Misschien dat je niet te veel moet eten als je iets belangrijks moet doen (lacht). Sowieso is reizen een levenservaring en het touren leert je eigenlijk dat je je moet kunnen aanpassen aan je omgeving. Bijvoorbeeld: elke zaal is anders. We hebben een standaard sound, maar dat moet soms aangepast worden aan de akoestiek van de zaal. En ik denk dat dat in het leven ook een beetje zo is. Je leert nieuwe mensen kennen en niet iedereen heeft dezelfde waarden of kan tegen alles, dus je moet een beetje ‘intunen’ bij het benaderen van mensen zodat ook zij zich comfortabel voelen.
Het is tegenwoordig iets standaard geworden, het gebruik van gsm’s en smartphones tijdens concerten. Hoe sta je daar zelf tegenover dat mensen eigenlijk constant staan op te nemen én dat dan ook zomaar online plaatsen?
Hoh ja, dat geeft natuurlijk geen echt beeld weer van een concert. Gewoon ook omdat de sound zó specifiek is, dat een gsm-microfoon dat niet deftig kan opnemen. Dus dat geeft een foutief beeld aan de mensen die verder weg zitten. Mensen uit Japan ofzo die dan kijken, ja, zij kunnen dat uiteraard niet live meemaken. Natuurlijk is het wel leuk dat mensen dan hun ervaring met ons willen delen. Maar ik denk dat de mensen die dat zien online daar dan ook even bij moeten stilstaan – het is máár een gsm-opname. Ook los van shows, iedereen is een beetje vastgebonden aan zijn gsm nu en het is spijtig dat ze de intentie van wat ze aan het doen zijn op die manier een beetje verliezen.
Ze laten zich niet in het moment gaan. En dat is heel vaak zo. Bijvoorbeeld als je op vakantie bent, neem je veel foto’s, maar hoe vaak kijk je daar nog naar nadien? Hetzelfde geldt voor optredens. Dan heb je misschien niet dezelfde herinneringen omdat je constant naar je gsm aan het kijken was om te zien of het beeld wel goed was terwijl je eigenlijk gewoon zou moeten genieten van het moment.
Wat heeft je eigenlijk gemotiveerd om muzikant te worden?
Ik denk eigenlijk zoals de meeste mensen die zich als tiener een beetje laten gaan met muziek. Ik zat toen in een alternatieve vriendengroep. Het begon met bands imiteren en samen spelen. We hebben allemaal ons instrument vastgenomen. Iedereen kon gitaar spelen dus had ik iets van “Ik zal wel een bas kopen en ik zal wel bassen” en dat is zo een beetje hoe het begon. Ik ben ook altijd omringd geweest door muziek. Mijn ouders waren heel muzikaal. Ze hebben me heel muzikaal opgevoed. Er stond ook altijd muziek op. Als ik niet goed kon slapen, dan zetten ze de radio aan tot ik in slaap viel. Dus muziek is altijd al aanwezig geweest.
Was er een bepaald moment of een gebeurtenis in je leven waarbij je iets had van “Ja, dat (zingen en/of basgitaar spelen)) kan ik wel!” Zo het specifieke moment dat je dacht van “Hier kan ik wel iets mee doen!”
(lacht overtuigd) Neen! Ik weet wel nog het moment toen ik voor het eerst begon bas te spelen. Toen had ik ineens een deuntje gespeeld waarvan ik dacht “Wat is dat? Ik ken dat. Dat is zo goed.” Maar dat was gewoon Sabotage van Beastie Boys dat ik had gespeeld. Het heeft even geduurd voor ik doorhad van waar ik het herkende. (lacht)
Tijdens een show daarentegen heb ik soms wel het gevoel van “Ja! Dít is het!”
Dat is als je je echt laat gaan en aan niets anders denkt. Dat je even alles kan vergeten. Gewoon spelen en daar zijn.
Welk gevoel geeft dat jou als iemand een nummer van jullie covert?
Ja, er zijn een paar mensen die een cover van ons online hebben geplaatst. Ofwel de gitaarbeelden, ofwel een ganse compositie die ze opgenomen hebben – zeker tijdens Corona. Mensen hadden plots tijd te veel - Dat is wel leuk om te zien hoe iemand zijn tijd heeft willen besteden om dat allemaal te leren en uit te zoeken. Het wel niet altijd juist maar dat is wel leuk.
Je blijft er wel kritisch over?
Neen hoor, maar wij hebben geen tabs op het internet staan hé. Dan moet het natuurlijk allemaal op het gehoor. En er zijn ook zoveel verschillende gitaarlijnen die op de plaat meespelen, dus het is normaal dat het moeilijk is om daar één lijn uit te kiezen.
Heb je een muzikant of een band waarvan je zegt: “Die mogen gerust wél een nummer van ons coveren!”
Bikini Kill! (lacht) Maar dat gaan ze nooit doen. Dat gaat niet gebeuren. Zij waren wel één van mijn inspiraties om bas te leren en in een band te spelen.
Stel dat jij aan de mensen van Bikini Kill/ andere muzikant een vraag zou kunnen stellen. Wat zou jij dan graag weten?
Hoe dat zij zich voorbereiden voor een show. Dat is iets waarvan je altijd wel kan leren. Van andere mensen hun ervaringen of technieken om zich op te warmen. Dat vind ik wel interessant.
Nog één vraag Isa, en dan zit het erop. Stel, je bent nummers aan het schrijven voor een volgend album. Die deadline komt eraan maar je zit met het gevoel van “pfff, het gaat niet, maar het móét”. Hoe motiveer je jezelf dan om te zeggen…
Niet! (zonder twijfel!) Zo lukt het niet. Voor mezelf heb ik wel soms een deadline nodig. Ik presteer misschien het beste met een gezonde ‘deadline-stress’. Maar dan moet ik dat voor mezelf ook een paar dagen of weken vroeger zetten.