Spanningen laaien op en hoewel veel mensen blijven naar concerten gaan desondanks de dreiging van het coronavirus, merk je de aanwezigheid wel. Een zatte kerel begon achter mij 'Allahu Akbar' te roepen. Toen hij merkte dat hij daarmee niet genoeg aandacht kreeg begon hij te roepen 'Ik heb coronavirus, ik kom van Vietnam!', gevolgd door luid overdreven gekuch. Toch waren hier niet veel mensen door beroerd. Het is een beetje een Belgische mentaliteit om problemen lang genoeg te negeren tot ze niet meer bestaan, en of dat nu een dronken kerel is of het coronavirus, maakt niet uit. Zolang er bier en muziek is, is er niets aan de hand.
Wolvennest
Sinds vorig jaar staat Wolvennest wat onder de radar van de grotere festivals. Ze kwamen al naar de Lokerse Feesten en Alcatraz, nu vulden ze een Ancienne Belgique met drie andere bands als voorprogramma. Niet slecht voor een doom-band, aangezien het genre algemeen vergeleken kan worden met die ene stille metalhead uit je middelbare school die je eerst wat schuwde maar best wel tof is eens je hem/haar leert kennen.
De dame met haar pijl-froufrou en theremin komt heel sereen over, totdat ze overgaat naar haar vocals waar ze lichaam en ziel in steekt. De nummers zitten niet alleen goed in elkaar, maar elk nummer brengt ook een ander soort akelig sfeertje, weliswaar mede dankzij de fraaie reeks kandelaars en beestenschedels vooraan op het podium. Er staat maar een album van hen op Spotify, de andere nummers kan je beluisteren op Bandcamp.
Dread Sovereign
Dread Sovereign ging van start met een ruwe set aan nummers die langer gerekt zijn dan een woestijnlandschap. Hoewel deze band bestond uit o.a een lid van Primordial, dwaalde mijn blik telkens af naar de Zweedse silent movie die op de achtergrond werd gespeeld. Een occulte film over hekserij en de plaag kon mij mateloos boeien en overheerste de band een beetje. Misschien zegt dat ook iets over onze aantrekking naar schermen als vuurvliegjes naar een lamp. De band leek het volk wel te bekoren, maar het was pas echt vertrokken eens ze begonnen met een black sabbath nummer. Cool als je wel houdt van old school, ongepolijste, rauwe doom.
Saturnalia Temple
Deze zweedse band kan ik in sound het meest vergelijken met Monolord, maar dan met black metal vocals. De zanger had een pornosnor met een eigen identiteitskaart en adres Saturnalia Temple's sound was dan wel een tikkeltje minder spontaan en rauw dan die van hun voorgangers, maar anderzijds ook gevormder. Waar bij Dread Sovereign de bezwering voornamelijk van de visuals afkomstig was lag deze bij Saturnalia Temple eenvoudigweg in de riffs en repetitieve ritmiek. Dat hun nummers gemiddeld 8 minuten lang zijn verbaasde dan ook niemand. Hoewel dit soort zware doom niet voor iedereen is weggelegd, kan niemand ontkennen dat de focus, oorspronkelijk gevestigd op een glorieuze moustache, na verloop van tijd plaats maakt voor een heerlijke trance.
.
The Ruins of Beverast
Dit was waarschijnlijk wel het zwartste van heel de avond. Post black metal gevuld met blast beats, gespiced met dissonante gitaareffecten en uiterst satanische vocals. Afgewisseld met kalmer gitaarspel brachten ze evenwicht in een overweldigend geheel dat rijkelijk gevuld was met toetsen uit de wereld van het occulte en satanistische.
The Ruins of Beverast bracht daarmee niet enkel de zwartste maar meteen ook de meest complexe en indrukwekkende set op technisch vlak. Het is moeilijk te zeggen of het aan de talrijke stortvloeden van drukke drumpartijen lag of de kwaadaardige grimassen die ermee gepaard gingen, maar de band wist de zaal verstomd achter te laten liet een diepe indruk na.
(Verslag: Goedele Godfroid)