
Drie uur lang 'metamodern sounds in country music'. Sturgill Simpson (aka Johnny Blue Skies) weet als geen ander de geschiedenis van rock&roll naadloos aan elkaar te breien zonder ook maar één steek te laten vallen, noch één seconde te vervelen.
Wie kwam opdagen voor een avondje traditionele of ultra-commerciële country & western muziek, die was eraan voor de moeite. De drie Stetsons in het publiek maakten echter duidelijk dat een goed gevulde zaal goed wist waar Sturgill Simpson voor staat. Met zijn tweede 'critically acclaimed' album gaf de man reeds aan dat hij een héél stuk verder zou gaan dan de grenzen van het genre gewoonlijk toelaten. Toch was het pas met de opvolger A Sailor's Guide to Earth dat die grenzen doorbroken werden. Strijkers (neen, niet die typische fiddles!) en blazers deden intrede. Zijn aan outlaw country refererende stijl werd aangevuld met gospel, soul, funk, rock en psychedelische uitstappen. Hij zou op de volgende albums volledig voor rock en respectievelijk bluegrass gaan. Om dan zoals ooit aangekondigd zijn eigen naam voor zichzelf te houden en op professioneel vlak te kiezen voor een artiestennaam: Johnny Blue Skies is geboren en het muzikaal pallet wordt verder uitgebreid met classic rock en southern rock.

Het lag binnen de verwachtingen dat we al die genres op een dienblaadje gepresenteerd zouden krijgen. Dat de songs echter zo immens knap in elkaar zou vloeien, had waarschijnlijk niemand verwacht. Van bij de bluegrass opener Railroad of Sin over de swamp (country) rocker Brace for Impact en de blues ballad You Don't Miss Your Water tot pure outlaw country tijdens Long White Line was het meteen viariatie troef. Een lijn die de hele avond zou worden doorgetrokken. Of het nu eigen songs waren of covers, de klasbakken on stage wisten perfect de flow erin te houden. Wanneer je dan weet dat de setlist elke avond - I kid you not! - wordt omgegooid, songs eruit worden geflikkerd en andere erin gegooid alsof het niets is, dan kan je enkel héél veel respect opbrengen voor Simpson en zijn band. Het werd me wel net iets te rustig met een eerste Johnny Blue Skies nummer (If the Sun Never Rises Again) en de daaropvolgende Little Feat cover Spanish Moon, ondanks héél mooie nummers. Ik hield me echter voor dat we nog maar gestart waren en een dipje gewoon in elke setlist zit.

Verder opvallend waren de regelmatig lang uitgesponnen versies van zijn nummers waarbij véél plaats voor de gitaren, orgel en ook sporadisch een uiterst mooi ingezette saxofoon. Het leek wel een show vol dueling/twin guitars met de Hammond als onderbouw. Gitarist Laur Joamets (geboren in Estland btw) diende enerzijds als wingman van Simpson, maar kreeg ook héél veel ruimte waardoor vooral zijn slidewerk voor kiekenvel zorgde. Het mocht ook snel duidelijk worden dat Simpson zelf een uiterst begenadigd gitarist is die zelf graag de licks, riffs en leads voor zijn rekening neemt. Vooral wanneer beide de psychedelische toer op gingen vielen toch enkele kinlades naar beneden. Hoorden we hier en daar Pink Floyd om de hoek kijken? Dat waren dan nog maar de eerste 45 minuten, waarna voor het eerst even de tijd werd genomen voor een korte babbel met het enthousiaste publiek.

Ik stond er eigenlijk versteld van hoe weinig last ik van de lange duur van dit concert had. Richting de 90 minuten - halfweg dus - hoorden we nog pure country, bluegrass en classic rock en zat de vaart er erg goed in. Tijdens de langere instrumentale stukken stond Simpson geregeld met de rug naar het publiek en dicht bij zijn drummer, focus op de muziek, of zocht hij de interactie met zijn bandmates op. Zo gunde hij vooral Joamets en Robbie Crowell (keys en sax) bewust de spotlights. Toen die laatste tijdens het bloedmooie All Around voor het eerst de saxofoon bovenhaalde, moest ik toch even een traantje wegpinken. Lachen was het dan weer met de Eddie Murphy cover Party All The Time dat zomaar even A Good Look doormidden sneed én nog eens een perfecte match was. Maar liefst zeven covers zaten er in de set. Het siert Sturgill Simpson echter dat hij niet voor alom gekende klassiekers kiest, wel voor nummers die een fit zijn. Uitzondering: een mooie versie van Procol Harum's A Whiter Shade Of Pale. Waarna even de tijd om de bandleden aan het publiek voor te stellen. We leerden dat de drummer ene Miles Miller was en bassist Kevin Black de titel 'the saddest man in the world' kreeg. Jawel, een knipoog kon er ook vanaf.

Over de tweede helft van het concert wil ik kort - en duidelijk - zijn: Best Clockmaker on Mars zette de toon met een vette rock riff waardoor de fans stonden te headbangen, we hoorden een leuke blues shuffle in Scooter Blues, nog wat pure rock & roll en country om dan omver geblazen te worden door het gitaarvuurwerk tijdens een uiterst heavy en psychedelische versie van It Ain't All Flowers! Die 100dB limiet werd regelmatig overschreden. Na adembenemend mooie versies van o.a. Jupiter's Faerie en Welcome to Earth, was het een laatste keer serieus naar adem happen toen Call To Arms een machtige 18-minuten uitvoering kreeg. De gitaren mochten nog één keer snoeihard in duel gaan en het publiek nog een laatste keer uitzinnig te keer gaan. Niet slecht voor een avondje 'country'.
All kidding aside, dit was op muzikaal vlak Merle Haggard, Waylon Jennings, Ricky Scaggs, Neil Young, Led Zeppelin en Pink Floyd samen in een net geen drie uur durende top performance. Een avond die ik niet snel, als ooit, zal vergeten.
(Ed.: a huge thank you to Sara at Thirty Tigers for assisting last minute with the press credential.)
vrijdag 21 maart 2025, La Madeleine (Brussel, BE) | Tekst: John Van de Mergel,
Foto's: Peter Verstraeten voor CPU