Concertverslag | Bloodywood - Trix
- Ilke Clissen
- 8 mrt
- 3 minuten om te lezen

Terwijl ik dit verslag schrijf, is mijn nek nog steeds stijf van al het headbangen van de vorige avond. Dat is altijd een goed teken (of die 30 die steeds dichterbij komt en over mijn schouder gluurt). Zeggen dat de show van Bloodywood in Trix in stevig feestje was, is nog een serieuze understatement. Ik had de band al twee keer eerder aan het werk gezien, op Alcatraz en op Graspop, maar nog nooit in een zaal en nog nooit met een headline show. Dat de sfeer en energie goed zouden zitten, wist ik dus al wel, maar hoe stevig het zou worden... dat had ik misschien nog een beetje onderschat.
Natuurlijk kwam Bloodywood niet alleen en brachten ze twee voorprogramma's mee. Het eerste was Demonic Resurrection, wie de show mochten inzetten voor een halfvolle Trix. Nog een band uit India, maar eentje met een compleet andere stijl. Ze bestaan blijkbaar al 25 jaar, maar hoewel het een groep mega sympathieke mannen is, zegt hun muziek zelf me niet zoveel. Aangezien hun nummers ook allemaal aan de langere kant zijn, hebben ze er slechts vijf kunnen spelen tijdens hun half uurtje.

Tweede van de avond was Calva Louise. Een driekoppige Britse band met leden uit Venezuela, Nieuw Zeeland en Frankrijk. Nee, ik snap het zelf ook nog steeds niet helemaal. Op het eerste zicht zagen zij er uit als een indiepop band die eventjes wat sfeer zouden brengen in de zaal, maar niets was minder waar. Wanneer zangeres Jes Allanic haar strot open gooide tijdens opener W.T.F., leek de hele zaal even niet te weten wat er hen overkwam. Wat een powervrouw en wat een uniek stemgeluid! Daarbovenop speelt ze ook nog eens gitaar en keyboard aan een supersonisch tempo alsof het niets is. Wanneer ze dat keyboard dan niet meer nodig had, werd het typmachine-gewijs een de kant geschoven, wat echt zo'n origineel en grappig zicht was. Ook de andere twee bandleden brachten een geweldige en sterke show, waardoor de hele zaal meteen goed opgewarmd was. Als je ooit de kans krijgt om deze band live aan het werk te zien, niet twijfelen, gewoon doen. Het is écht de moeite!

Maar... uiteraard waren we hier niet voor Calva Louise, wel voor Bloodywood uit New Delhi India! Vanaf de eerste noten van Dana Dan, tot de laatste van Gaddaar zat het energie niveau absurd hoog. De ene na de andere moshpit en circlepit haalde de temperatuur in Trix meteen 10 graden omhoog. Ik denk niet dat er iemand in de zaal aanwezig was die kon blijven stilstaan. De pits waren trouwens zodanig groot dat deze tot aan de eerste trap reikten, waardoor er meerdere mensen neer zijn gegaan. In true metal spirit, hielp iedereen elkaar weer overeind, om na een kleine welzijnscheck meteen weer verder te gaan. Gooi daar nog een redelijk aantal crowdsurfers bovenop en dan krijg je wel een idee van hoe intens deze show was.

De emotionele speech van Raoul voor Jee Veerey en vooral het bedanken van de ganse crew en bandleden door Jayant, zouden bij elke andere band misschien wat langdradig geworden zijn. Hier was het even een fijn moment om wat op adem te komen en onszelf weer voor te bereiden op de volgende lading chaos. Ik kan ook oprecht niet zeggen wat de hoogtepunten van de avond waren, want alles was gewoon geweldig. Het is al enorm lang geleden dat ik nog eens zo heb kunnen headbangen en dat was duidelijk nodig. Of dat mijne nek daar akkoord mee is, is een ander verhaal. Wel werd er aan het einde van hun set nog een nieuw, ongereleased nummer gespeeld, welke al even stevig klonk en ontvangen werd als de rest van de set. Ook is Sarthak ergens op het einde van de avond nog middenin de circlepit beland, wat wel een episch zicht was.
Bloodywood heeft iets speciaals, dat was al goed voelbaar tijdens hun festivalshows, maar werd des te meer duidelijk bij deze headlineshow. Dit was dan ook de eerste onvergetelijke concertavond van 2025. De zotte energie, de leuke sfeer, het zeer diverse publiek en de geweldige show zijn dingen die me nog heel lang gaan bijblijven.
Woensdag 5 maart 2025, Trix (Antwerpen) | Tekst: Ilke Clissen, Foto's: Olivier César