In de zomer van 2019 ben ik The Interrupters tegengekomen op het festival Jera on Air. Vervolgens heb ik het laatste album Fight the Good Fight grijsgedraaid (bij wijze van spreken natuurlijk want tegenwoordig hebben we Spotify), dus ik keek heel erg uit naar nieuwe muziek. Gelukkig is hier nu In The Wild, het vierde studioalbum van The Interrupters.
Wat me gelijk opviel gedurende de eerste keer dat ik het nieuwe album luisterde, was de afwisseling: van uptempo, vrolijke nummers voornamelijk gefocust op de ska-punk sound, naar rustige liedjes waar er meer aandacht is voor de lyrics en het overbrengen van een bepaald gevoel. The Interrupters kunnen het beide, maar weten er ook weer een samenhangend geheel van te maken.
Na een twee keer het album volledig gehoord te hebben, wordt het me duidelijk dat je een heel persoonlijk inkijkje krijgt in het leven van Aimee Allen (aka Aimee Interrupter), leadzangeres van de band. Ze heeft veel van de teksten geschreven en neemt je mee naar verschillende dingen waarmee ze mee moeten dealen na een zware jeugd. Je uitspreken over lastige onderwerpen of nare gebeurtenissen in je verleden is soms al moeilijk genoeg, laat staan dat je er een heel album over schrijft, maar blijkbaar kan het. De afwisseling van snelheid, instrumentals en emotie in de nummers, zorgt voor genoeg luchtigheid om ook gewoon van het geluid te kunnen genieten.
Hierbij wil ik je een greep uit de tracks geven die op mij de meeste indruk hebben gemaakt, of de nummers die gewoon ontzettend goed klonken.
In The Wild begint met Anything Was Better, tevens een van de singles die voor de albumrelease al waren uitgebracht. Dit nummer geeft je een blik terug in de tijd, naar het moment waarop de The Interrupters samen kwamen en daarmee ook het oude bekende achter zich moesten laten. Toch lijkt dit geen probleem te zijn geweest, want als alles beter is dan waar je vanaf komt, dan hoeft iets nieuws niet spannend te zijn.
Direct daarna komt As We Live, waarin ska in overvloed te vinden is: de typische instrumenten en het prediken van liefde. Ook maken muzikanten Tim Armstrong en Rhoda Dakar deel uit van dit nummer, zowel als co-writers en als vocalisten.
Over Kiss The Ground zegt Aimee zelf het volgende:
'The only way to find peace when I am at my lowest of lows is by searching for the things, I am grateful for. With extreme highs come extreme lows. This song is about finding gratitude even in the darkest of moments.'
Meer heb ik niet toe te voegen, want dit dekt de lading van het nummer volledig. Ik moet haar woorden even op me laten inzinken.
Nummer zes van het album, Jailbird, is wat kort maar doet daardoor niet onder voor de rest. Uptempo, krachtig, speels maar ook mooi.
Als iemand die zelf met dieren werkt, komt My Heart wel bij me binnen. Dit nummer is geschreven voor Daisy, Aimee's hondje en beste vriendin die haar gered heeft op moeilijke momenten. Helaas moet je van huisdieren ook ooit afscheid nemen, iets waar Aimee zelf mee heeft moeten dealen in 2018. Zelf zie ik bijna dagelijks het verdriet van huisdiereigenaren die gedag moeten zeggen tegen hun trouwe viervoeter, en hoe zwaar dat kan zijn. Dus voor allen die dit lezen en een lief huisdier hebben: geef ze even een extra knuffel vanavond.
Even wat vrolijkers, of nou ja, vrolijk is niet echt het juiste woord, eerder veerkrachtig en sterk juist. Laat die mensen maar gaan die je niks brengen of die je alleen maar energie kosten, weg met personen die je proberen te controleren of je in een bepaalde richting willen laten lopen. Achter je laten wat je niets brengt, want je hebt zelf genoeg power om het zelf te doen, dat is de boodschap van Let Em Go.
Burdens (feat Alex Désert & Greg Lee of Hepcat) is wederom een nummer waar Aimee zelf veel meer aan kan toevoegen dan dat ik zou kunnen:
'There are so many stories of people who lived long lives, saying on their death bed “I wish I had worried less”. This song is a reminder to never let the everyday worries and burdens of life get the best of us. This song is a celebration of life and it is such an honor to have the incredible vocals of Alex and Greg from one of our favorite bands, Hepcat, on this one. They add soulful and powerful energy that jumps right out of the speakers.'
Prachtig gezegd, niet?
Dan nog even de laatste van het album, nummer veertien alweer: Alien. Het gevoel van je niet thuis voelen bij de massa, het idee dat niemand je begrijp omdat je "anders" bent. Je had net zo goed van Mars kunnen komen, zo erg verschil je van de mensen om je heen. Lang niet iedereen zal dit gevoel kennen, maar het is zo goddamn eenzaam. Een laatste, toch ook wel verdrietige track die In The Wild afsluit.
En wat hebben we geleerd lieve lezers? Dat er ontzettend veel mensen om je heen hun eigen strijd aan het voeren zijn waar je niks vanaf weet, dus wees een beetje lief voor elkaar. Maar ook: The Interrupters hebben een supersterk album neergezet waar je op kan dansen én mogelijk een traantje weg pinkt.
Releasedatum: vrijdag 8 augustus 2022
Luister
Lees
While previous releases were produced by Armstrong, the pandemic significantly limited his participation with this record. Kevin Bivona (guitarist of The Interrupters) took his place in the producer’s chair as (in his words) “the accountable one,” overseeing the proceedings, reviewing the band’s backlog of tracks, supporting the ideas and contributions of life partner Aimee and his siblings, as well as sorting out an abundance of ideas recorded as cell phone voice memos. Freed from the constraints of recording schedules and the financial pressures of expensive studio time, the record took shape organically. If Aimee wanted to keep vampire hours and record vocals at two in the morning, it was no problem. If lyrics weren’t flowing, Kevin and Aimee would leave the compound on their bikes and shout ideas back and forth while cycling through the neighborhood. The result? The most personal Interrupters album to date—and the one all four members feel most connected to.
And for good reason: The breadth of styles the band chose to pursue gives another dimension to their fortifying, rocket-fuel-soaked ska. Into The Wild encompasses moments that are expected (“Worst For Me,” “Anything Was Better”), curious (the young-oldies vibe of “My Heart”), and the positively astonishing (the guitar-free, orchestral closer “Alien”). Pandemic be damned, The Interrupters made sure their fourth album would reflect the love they feel for their community in both their hearts and personal playlists. The band extended invites to local rocksteady homies Hepcat (“Burdens”), new-school British reggae ambassadors The Skints (“Love Never Dies”) and bona fide ska icon Rhoda Dakar from the legendary Bodysnatchers (the gloriously propulsive “As We Live”) who trades verses with Tim Armstrong himself.
While these details are truly exciting to hear, Into The Wild has a particular kind of resonance for Aimee. The relative ease of the proceedings had a profound effect on the vocalist, who felt empowered enough to embrace much darker, personal avenues in her lyrics.
“I feel like a burden has been lifted by making this record,” she reveals. “A huge weight is gone. If you ever want to know me, you can listen to this record, and I can die knowing it tells my story. While we were recording, I felt like I was healing and closing those chapters in my life. For years I tried to, but I never could. I wasn’t ready, or I was too traumatized. Now I feel strong enough, I’ve finally said what I’d been keeping inside for so long. And, it feels so good.”
“Us being this close-knit family, working and isolating in our own space is why the record’s called In The Wild,” says Kevin. “I almost felt like we were in the woods camping, and we only had each other to rely on. Once we started, it became our whole life and all-time fell away.” In The Wild may not be the record The Interrupters intended to make, but it’s the one they ultimately believe they were meant to make.