Helden. Hoewel ik ze niet meer adoreer als de puber van weleer, heb ik ze nog steeds. Enkelen onder hen vielen met het verstrijken der jaren van hun voetstuk, maar zo gaat dat in het leven. Ik ben er niet slechter van geworden. Één van mijn helden heet Austin Lunn, de man achter het in Louisville, Kentucky geboren Panopticon. Waarom? Omdat hij twee van mijn favoriete muziekstijlen weet te vermengen en dat op zich niet zo voor de hand liggend is als het lijkt. Enerzijds staat Panopticon voor de Cascadian, voornamelijk door natuur geïnspireerde black metal. Anderzijds de Appalachian folk, bluegrass en country die eveneens deel uitmaken van zijn muzikale pallet. In het lijstje meest memorabele concertavonden van de voorbije vijf jaar prijkt de akoestische avond op 28 september 2019 in het Antwerpse Amuz dan ook afgescheiden bovenaan. En niet enkel omdat ik een hartig en vrolijk woordje country kon babbelen met de man zelve. De avond werd dan wel afgesloten door Lunn, we kregen ook geweldige akoestische optredens van o.a. Don Anderson (ex-Agalloch), Sylvaine, Saor en Aerial Ruin. Die avond debuteerde Lunn zijn country nummer The Pit. Het creatieproces voor dat nummer liep in dezelfde periode als waar hij begon aan het schrijven van het ruim zeventig minuten durende … And Again Into The Light. Wie The Pit kent, weet dat het voor hem een niet bepaald vrolijke periode was. Een periode waarin introspectie noodzakelijk was. En dat is ook op deze nieuweling die verder bouwt op de geweldige EP Rune's Heart te horen (zie ook Lees).
Waar de dubbele voorganger The Scars of Man on the Once Nameless Wilderness I and II de verschillende stijlen netjes verdeelde over de beide albumhelften, verweeft hij ze op … And Again Into The Light als nooit tevoren. Waar de country/folk vroeger vaak een interlude of brug in een nummer betrof, smelten ze nu beter dan ooit samen. De violen verstrengelen zich regelmatig met het gitaargeweld en de razendsnelle blasts. Ook keyboards ondersteunen het geheel meer dan vroeger het geval was. Het album vangt echter aan met het volwaardig countryfolk titelnummer. Neem daarbij de zorgvuldige, maar zachte ambient opbouw van Dead Loons en het duurt ruim zeven minuten vooraleer de eerste distortion te horen is op … And Again Into The Light. Wat volgt in de drieënhalve nummers die hierop aansluiten is Austin Lunn op zijn donkerst. Met veel aandacht voor sfeer die het equivalent is van een hemelsbreed onweer banjert hij zich door zijn demonen in een mix van woede en melancholie. De duisternis bereikt een hoogtepunt op Moth Eaten Soul, het meest agressieve nummer op het album. Hier laat hij zowaar een grunt horen die, net als enkele van de riffs in deze song, meer verwant is aan death metal dan de rauwe keelklanken die hij meestal uitbraakt om zijn verhaal te vertellen. Het is een gemene en ongelooflijk harde punch in the gut die het album evengoed had kunnen afsluiten als er geen hoop was geweest. Maar die is er gelukkig wel. Het korte As Her Golden Laughter Echoes (Reva's Song) grijpt opnieuw volledig terug naar de country-folk die we ook van hem kennen. Het is een rust- en keerpunt op deze … And Again Into The Light, want de volgende twee tracks laten een andere Panopticon horen. Er is inderdaad licht. Er is inderdaad hoop.
The Embers At Dawn vat aan met akoestische gitaar en een lap steel. Erik Muggridge (aka Aerial Ruin) mag met zijn engelenstem de eerste helft van het nummer opluisteren, terwijl ook Jan Van Bekelom (aka Waldgeflüster) mee deel uitmaakt van het driekoppig koor dat verder in het nummer te horen is. Het klinkt alsof Lunn op deze song opnieuw de nodige zuurstof inademende om zijn hersens helder te laten registreren wat zijn blik eerder niet zag. Halverwege gaat het crescendo wanneer black metal riffs nogmaals in duel gaan met de viool van Charlie Anderson. Niet voor het eerst op … And Again Into The Light is het onmogelijk om kippenvel te bedwingen, maar The Embers ... raakt je tot een diepte die zelden beroerd wordt. Het is een magistrale track die uitdooft in ambient en vervolgens naadloos overloopt in het de ziel zuiverende Know Hope. Hoewel black metal in zijn kern, laat het nummer vooral een louterend gevoel achter en daar is het aan post rock refererende middenstuk niet vreemd aan. Het is een prachtige afsluiter van een mastodont van een album.
Wie ervan overtuigd is dat extreme metalfans geen liefde kunnen delen voor country, folk en bluegrass loopt wat achter. Wie nog steeds denkt dat een banjo, mandoline, viool, lap of pedal steel geen plaats hebben in het instrumentarium van een black metal band, zal mij enkel zien glimlachen. Zalig zijn de onwetenden. Panopticon heeft met … And Again Into The Light zijn meest doordachte en meest volwassen plaat gemaakt. En dat zegt heel wat, want het oeuvre dat Austin Lunn intussen bij elkaar heeft geschreven spreekt een karrenvracht aan boekdelen. Proost, held!
Releasedatum: 15 mei 2021
Luister
Lees
From the liner notes of the album: Thank you to my friends and family who have pulled me out of the darkness again and again, but a special thanks to my precious family, Bekah, Håkan and Rune Lunn for their patience, forgiveness and “boundless” love. You are my life. I love you. To those I have let down or dissapointed in my 37 years on this earth, please accept this work as my recognition of a need to change, grow and to atone for failures. I am sorry I have let you down and will strive to continue to become a better man each and every day I have left on this earth. A portion of the profits from this record will be donated to help folks living with severe mental illness. This record is dedicated to all who refuse to give up and continue to struggle for light and beauty in this world and is in memory of John Prine, who gave us so much in his lifetime, and to Reva Myers Shemanski who lives on in our cherished memories of her radiant personailty, brilliant art and infectious laughter. Fill your heart with hope... a hope that we will return again into the light. Don’t let the fire burn out.
credits
released May 15, 2021 ...and again into the light: Austin Lunn: Guitar, Drums, Bass (4, 8 and 12 string), Keys, Lap Steel, Pedal Steel, Banjo, Square Neck Resonator, Acoustic Guitar and Bass, Vocals (Screamed, Growled, Sung and Choirs) Mandolin, Recorded samples. Charlie Anderson : Violin Patrick Urban: Cello Bekah Lunn: Photography and Art Direction with guest vocal appearances by: Jan Van Berlekom (Screamed vocals on “The Embers At Dawn”) Erik Moggridge (sung vocals and choir on “The Embers At Dawn”) All violin composed and recorded by Charlie Anderson All cello composed and recorded by Patrick Urban Recorded by A. Lunn from 2018 to 2020 Pain stakingly mixed by Spenser Morris Mastered by Colin Marston All songs written by A. Lunn
(bron: Bandcamp)