Met een warme, zachte stem vertelt Beth Whitney verhalen over de natuur, de menselijke ziel en de band tussen beide. Als Poëet en schilder doet ze dit op een beeldende manier. Haar americana leunt nauw aan bij folk en haar nummers komen zeer intiem binnen, op basis van een sober instrumentarium. Dat wil echter niet zeggen dat Whitney als een ijl, lieflijk engeltje overkomt, verre van. Hoe meer je naar Into The Ground luistert, hoe beter je de diepgang en de emoties voelt: van donkere, woeste folk over orchestrale hymnes tot zelfs popdeuntjes. Al hadden die laatste niet gehoeven voor mij.
Wild Roses is als opener meteen zo'n sublieme, door folk geïnspireerde, wat donker nummer dat je meteen bij de keel grijpt. De manier waarop Whitney neuriet boven de diepe klanken van een cello is prachtig gedaan. Het contrast met het dartelende Two Sons kan bijna niet groter zijn. Gitaargetokkel neemt over, Beth zingt zachtjes over het hebben van een thuis en een zonnestraal lijkt door te breken. Met Wild Horse, dat een jazz-pop vibe heeft, rond ze een trio nummers af die van grote klasse getuigen.
Met haar volgende twee nummers laat Whintey haar sound wat meer richting pop overslaan, waardoor ik deze gewoonlijk skip.
Moonlight heeft meteen terug mijn aandacht. Een dromerige song geweven rond een 'strummende' gitaar, sublieme cello accenten en Beth die ingetogen haar verhaal brengt. Mooier kan het bijna niet. Opnieuw krijgen we dan een contrast wanneer de uit de Pacific Northwest (lees de staat Washington)) afkomstige kunstenares de stekker uit Dylan's Shelter From The Storm trekt en de song heel upbeat en vrolijk brengt. Zalig toch hoe mooi een banjo kan klinken.
Bij de laatste vier nummers - ik laat de beide akoestische versies even buiten beschouwing - springen vooral het smachtende Thunder (ik hoor hier bijna een Ray Lamontagne terug), door Beth als een gebedje omschreven en afsluiter Huckleberry met zijn bluegrass feel.
Ook al is ze bij ons niet echt gekend, Beth Whitney draait nu al zo'n veertien jaar mee en heeft drie full albums en twee ep's op haar naam staan. Eigenlijk gaat het hier om een duo: Aaron Fishburn is niet enkel haar standup bass player maar ook haar levenspartner.
En omdat ik nu eenmaal gek ben van het geluid van de cello, vermeld ik nog vlug dat Natalie Mai Hall de dame is die er op dit album de meest betoverende klanken weet uit te ... ehm ... toveren.
Releasedatum: 28 mei 2021
luister
lees
Award-winning songwriter Beth Whitney shares a deep wisdom and quiet strength in her music. Growing out her immersion in the wilderness where there can be no distractions, Whitney digs deep to uncover the roots of grief and love that connect us to nature and to one another. Her new album Into the Ground grows out the ground where Beth Whitney has dwelt for so long, her music, and her family.
The Washington native grew up in a family infamous for bursting into song, she didn’t start playing guitar or writing songs until she was in high school. A compound fracture on her right hand ended her pitching days on her high school softball team. One day, Leroy, a friend from church, held out a guitar, asking “Could you use this?” And she decided that she could. Whitney released her first album, Leave Your Shoes, in 2007, which garnered airplay in the Seattle area. In 2008, she and Aaron Fishburn, whom she’d known all her life, got married. They released Yellow in 2010 Ukulele in 2012, both of which won songwriting awards and were put into heavy rotation by local AAA station in the Seattle area. In 2013, after the birth of their son, Beth and Aaron partnered with neighbor and fellow artist, Bradford Loomis, to write and record a self-titled album, The Banner Days (2014) and Hand Me A Hymnal (2015.) The collaboration garnered critical acclaim while they toured extensively across the nation including a performance at the Lincoln Center in New York, and reached over 2 million streams on Spotify for their co-write, "My Beloved."
Beth and Aaron had their second child in 2017, and a few sacred but sleepless months later, released The Wild Unrest. Though Beth and Aaron decided to forgo touring and only perform regionally with the new baby in tow, the album was released at The Triple Door in Seattle, earned placements on network tv shows, and earned a featured performance of “Raven” with the Wenatchee Valley Symphony.
Beth Whitney’s warm, vibrant vocals envelop us, resonating with a shimmering depth as they dig into our souls in search of the mysteries that shape our connections to the world around us and to each other. The Washington native dwells in her songs, exploring every note and phrase, turning them inside out, pulling us into her own journey as an intimate partner, sharing in her joys, her grief, her wonder, her gratitude. Sometimes her songs soar with a hymn-like spaciousness that swirls and spirals upward and transports us in flights of wonder; sometimes her songs echo with a rhythmic cadence that digs into the messiness of our daily lives, going to ground in search of the deep-rooted love that helps us grow. Whitney’s orchestral folk echoes the intricacies and warmth of choral music, as well as the soulful, tender, and fiery vocals of Sara Watkins, Courtney Marie Andrews, and Alison Krauss.