zaterdag 30 november, Ancienne Belgique (Brussel)
Voor wie vaker een bezoek brengt aan de Ancienne Belgique is het af en toe wel eens leuk om een kleinschaliger concertje mee te pikken in de Club in plaats van in de hoofdzaal. De sfeer is er al meteen wat knusser, de outillage voor zowel het geluid als de belichting is er even oerdegelijk als beneden en mensen hoeven minder ver door een geïrriteerde massa te waggelen als ze een of ander brouwsel willen scoren aan de bar. Een perfecte setting voor een optreden waar heel wat muziekliefhebbers al even naar uitkeken.
Wallace Vanborn is terug van weggeweest en om hun wederkeren niet alleen te moeten vieren hebben ze Black Leather Jacket uit het Antwerpse meegebracht. Een band die vinkjes zet achter alle criteria om fatsoenlijke Garage Rock te brengen, van de typische cleane Fender-klank en eenvoudige maar energieke ritmes tot meezingers van refreinen. Garage Rock insinueert dat muzikanten te onervaren en te slordig spelen om ergens anders op te treden dan achter hun eigen oprit maar dat kon van de Jackets niet gezegd worden. Ze gaven aan een bekend gegeven, dat soms deed denken aan The Vines of The Hives een persoonlijke twist en dat werd naarmate het optreden vorderde alsmaar duidelijker. Het hele optreden combineerde een jaren stillekes-vibe met jeugdig enthousiasme en een dergelijk concert kan je niet beter afsluiten dan in het midden van de laatste outro je gitaarband over de hals te heffen en het met geveinsd je-m'en-foutisme af te bollen. Een toch wel grappige exit. Black Leather Jacket bracht zonder er veel doeken om te winden een aangename en luchtige inleiding van de avond.
Willekeurig glansde er in het midden van het podium, ergens tussen de drums en het voorste microstatief een appel. Eigenaardig want tussen flesjes water, pinten en aan de vloer geplakte setlists of bekabeling tref je niet vaak een gezonde snack aan. Na dit ondoorgrondelijk enigma weg te wuiven en te besluiten dat die mannen van Wallace Vanborn nu eenmaal gezonde knapen konden zijn ging de aandacht onverdeeld naar Sylvester Vanborm en zijn 2 kompanen.
Mensen die de band niet kennen zouden zich vragen kunnen stellen bij de naam, die klinkt als een eigennaam en mensen die weten dat Vanborm effectief de achternaam van een lid is zouden zich kunnen vergissen door aan te nemen dat het over de zanger/gitarist gaat. Sylvester Vanborm is weldegelijk de drummer, die samen met de gitaristen, in positie voor de uiterst linker en rechter monitor, de centrale plaats op het podium en zo ook het merendeel van de spotlight opeiste. Iets wat hem absoluut gegund is want naast zijn centrale plek op het toneel was het voornamelijk zijn enthousiasme en manier van spelen dat hem meermaals in het centrum van de belangstelling plaatste.
Die fenomenale presence was natuurlijk ook merkbaar bij de 2 andere podiumbeesten, Ian Clement en Dries Hoof, die in plaats van stokken, snaren ter hand namen. Het zelfvertrouwen dat ze uitstraalden en het gemak waarmee ze hun nummers brachten maakte nog maar eens duidelijk dat Wallace Vanborn toch al een aanzienlijke tijd een gevestigde waarde is in het Belgische muzieklandschap.
2 redenen lagen aan de basis van de hoge verwachtingen die ze met gemak inlosten. Enerzijds is er hun reputatie een sterke live-band te zijn, een reputatie waar ze nu al 10 jaar aan bouwen, anderzijds is er het feit dat de wereld al een tijdje niets meer van het trio gehoord of gezien heeft. Deze hibernatie hebben ze afgerond met A Scalp For The Tribe, een overwegend kalmere maar toch veelzijdige plaat die de essentie van Wallace Vanborn mooi samenvat en waar ze gelukkig een grote brok van hebben voorgesteld aan een publiek dat al lang niet meer overtuigd moest worden. Er is ruimte voor nuances, rust en kriebelend dansbare grooves, maar net voordat dit te lang dreigt te duren, wordt er nog eens stevig op de overdrive pedaal gestampt.
Dat de wereld klein is en Belgische muzikanten dikwijls deel uit maken van dezelfde families, kliekjes en vriendenkringen is nog maar eens gebleken toen de gast van de avond uitgenodigd werd en met slangachtige bewegingen in de spots kwam geschoven. Alles viel mooi op z’n plaats toen niemand minder dan Lara Chedraoui, zangeres van Intergalactic Lovers, na de hele tijd te hebben staan dansen in de backstage, zomaar de mysterieuze appel van de grond raapte, wat een soort egg shaker in appelvorm bleek te zijn, en de harmonieën in het refrein van Mastering Ascension samen met Ian meezong. ‘’Soms kom je eens iemand tegen in de studio en vraag je om een stukje mee te zingen.’’ luidde de anekdote en hoewel de samenwerking gerust voor wat additionele nummers had mogen doorgetrokken worden bracht zij al een serieuze meerwaarde in Mastering Ascension.
Wanneer er al een reeks nummers van verschillende albums achter de kiezen waren zetten ze in met From A To Yellow. Met z’n onmiskenbare Desert Sessions-vibe niet voor niets het meest gekende nummer van hun laatste album, aangezien het klinkt als een instant hit.
De koppigaards die tegen dan nog niet aan het dansen waren konden zich niet langer bedwingen toen de riff van Cougars heen en weer gleed en begonnen zonder een greintje schroom mee van links naar rechts te schuifelen. Feestelijke sfeer was er in overvloed en door af te sluiten met een stevig stoner-beeldhouwwerk als Cowboy Panda’s Revenge verzekerde Wallace Vanborn dat de boog gespannen bleef tot de laatste seconde. Ze zijn volledig terug en voor wie A Scalp For The Tribe nog niet beluisterd heeft is het zeker en vast een dikke aanrader!
Setlist :