top of page
John Van de Mergel

Concertverslag: Windhand, AB (Club)


Je hebt zo van die (concert)avonden waar alles dik in orde is en toch voel je het niet zo aan. Ik leg de 'schuld' dan maar bij mezelf, ik zal er niet voor de volle 100% met mijn gedachten/emoties bij geweest zijn. Waar Sleep afgelopen voorjaar in de 'ballroom setting' nog een uppercut van formaat afleverde, wisten de vier zwaargewichten uit Richmond, Va in de Club toch een stevige rechtse te plaatsen.

Wat al tijdens een laatste soundcheck duidelijk was, werd tijdens de opener Old Evil bevestigd: we zouden een avond vol monotoon, loodzwaar gedreun om de oren krijgen. Immens laag gestemde gitaarriffs, diepe pompende baslijnen en mokerslagen op drums...en dat alles in eerste - hooguit tweede - versnelling. Van enige uitdrukking op de gezichten van Parker Chandler (b) en Garrett Morris (g) geen spoor: de kopjes en haren hangen doorlopend naar beneden, net als bij de meeste fans die in slow motion staan te headbangen. Mijn excuses aan de fans die ik even uit hun trance heb gehaald door tweemaal de zaal te doorkruisen.

Het contrast in dat alles én eigenlijk een steeds grotere troef is de zang van Dorthia Cottrell. Op de eerste albums was haar geluid nog helemaal in het geheel weg gemixt en kon je haar nauwelijks horen, laat staan begrijpen wat ze nu juist te vertellen had. Grief's Infernal Flower zette in ommekeer in die op Eternal Return consequent werd doorgezet. Die 'angst' zo kenmerkend voor Nirvana is nu meer prominent aanwezig en tilt nummers als Diablerie en First To Die naar een héél ander niveau. Ja, haar stem klinkt nog steeds ijl en klagend, maar vooral live merk je de kracht die erachter verscholen zit. Ryan Wolfe drumt ook een stuk gevarieerder nu en de solo van Morris staat als een huis. Forest Clouds is er wat mij betreft eentje om te vergeten: véél te saai en volgend op een zoveelste 'pauze' waarin de bandleden wat water drinken en prutsen aan hun instrumenten en pedal boards. Grey Garden maakt het één en ander goed, vooral door het intermezzo dat een rustmoment biedt en de stem van Cottrell mooi geaccentueerd wordt. Het doet wat (Grunge) psychedelisch aan en dient als brug naar een schitterende solo.

Even terug naar het Soma tijdperk dan: Orchard, en iets later ook het ultra-slepende Cassock, putten uit de oer-traditionele Sabbath en Sleep school en zijn monotone beukers waarvan je best geniet met de ogen toe en door mee te deinen op de loodzware akkoorden. Tussenin zorgen Feather - 'angst' gaat over in Doom om uit te monden in een fuzzy gitaartrip - en het bijna uptempo Red Cloud voor de nodige afwisseling.

Voor de bisronde gaan we dan helemaal terug naar het debuut uit 2012: Winter Sun is een vette stomp in je maag van zomaar even 11'. Na afloop trekken de fans als 'walkers' voldaan terug huiswaarts.

Wat schortte er dan voor mij aan wanneer de setlist sterk was, het geluid - zoals steeds in de Club - top, het publiek hélemaal mee én de performance - zoals verwacht - onbestaande? Geen flauw idee en dus van geen enkel belang.


 

zondag 17 maart 2019, Ancienne Belgique Club (Brussel, BE) |

Foto's en tekst: John Van de Mergel

bottom of page