top of page
Sven Togni

Concertverslag: Esben and the Witch, La Zone (Luik)


23 november 2018, La Zone (Luik)

La Zone is een up-and-coming kleine zaal in Luik, die tegenwoordig een aardige agenda probeert voor te leggen. Paar weken geleden kregen ze nog het bezoek van een geniaal trio: Thor Harris (drums, ex-Swans), Simon Goff (viool, vaste medewerker van o.a. de betreurde Johann Johannson) en Aiden Baker (guitars, brein achter Nadja).

Vanavond kregen we 2 Belgische opwarmers.

Openingsact is S O R O R, volgens hun eigen site een groep die door een dom toeval tot stand is gekomen. Drie dames zaten in een keuken taart te bakken, toen een dronken ex-gevangene met zijn auto de keuken binnenreedt. Dat lijkt op het podium zo weerspiegeld te worden. Thibault staat in een hoekje met guitaren en samplers en wordt amper een blik gegund door de dames die er wel veel plezier in hebben.

De meeste aandacht gaat naar Sophie, bass en backing vocals, die vrolijk lacht en danst terwijl ze stevige baslijnen te voorschijn haalt. Daphne zorgt voor strakke drums, maar de zwakste schakel is allicht Alice die wat schuchter op het podium staat en niet krachtig genoeg van stem is om aan de aandacht te grijpen. Leuke indie rock om de avond te openen, download zeker hun gratis EP op Bandcamp. De klank is echter zeer goed voor deze kleine zaal, niet verwonderlijk, want ze brachten hun eigen PA en klankmensen mee en speelden onafhankelijk van de zaalinstallatie, wat toch opmerkelijk is voor een openingsact met weinig naam.

Het podium wordt snel omgebouwd voor Fär.

Op de naam en hun uiterlijk af te gaan verwachtte ik een Noorse of Finse metal-elektro-achtige gothic act. Langharige magere gast achter een stapel computers, synths en samplers en een spierwitte blonde dame op vocals. De groepsnaam is trouwens het Zweedse woord voor ‘ferry’. Maar het blijken gewoon Belgen te zijn die onlangs toch mooi als openingsact van Amenra mochten fungeren.

Al snel valt op dat An-Sofie over een sterke en mooie stem beschikt. De muziek zelf is bij momenten erg zwaar en moeilijk te beschrijven. Zelf omschrijven ze het als “Pop Vibes met Trap- en Witch House invloeden”. Die genres zijn nieuw voor mij, dus vergelijken kan ik dan ook moeilijk. Blijkbaar valt Zola Jesus onder het With House label, maar de vergelijking met Fär is toch ver weg, mijn inziens. Tijdens de rustigere momenten krijg ik eerder een Bjork-gevoel, wat zeker gezien mag worden als een compliment voor An-Sofie’s stem.

Als ik een punt van kritiek mag geven, dan is het hoofdzakelijk dat de drummer, die het duo ondersteund tijdens optredens, lijkt te denken dat hij in Vorst speelt zonder versterking en te hard de drums bespeeld, een beetjes zoals Brian Viglione van de Dresden Dolls. Doordat de zaal zo klein is, kan dit echter niet gecompenseerd worden door de klankman en verdwijnen de zang en keyboards soms te veel naar de achtergrond.

En dan tijd voor de hoofdact: Esben and The Witch, een trio uit Brighton die inmiddels Berlijn als uitvalsbasis hebben. Luik is dan ook een tussenstop, en mogelijk een soort warm up gig, voordat ze de tour echt beginnen in London en de UK. In februari volgen meer continentale optredens en passeren ze nog eens in België, in Gent.

Openen doen ze met A Desire For Light tevens de openingstrack van de CD die eerder deze week verkrijgbaar was, ondertussen al de vijfde langspeler van het trio. De track is volledig in lijn met het vorige werk, een heerlijk donkere versie van post-rock. Wanneer Dull Gret als tweede track gespeeld wordt, vrees ik even dat ze het nieuwe album volledig gaan brengen, maar dat blijk al snel niet zo te zijn. Het nummer stond al enige tijd in de setlist en werd als eerste track voor het album de wereld werd ingestuurd. Het is een mooie hommage aan vrouwen die durven tegen de stroming in te gaan. Inspiratie haalden ze vooral in het schilderij De Dulle Griet van Breughel, niet van het Suske en Wiske stripverhaal. De track opent zeer rustig met Rachel die de bass en zang voor zich neemt. Is ze te klein of de bass te groot, maar ze komt het hele concert nooit aan de eerste 5 frets. Opvallend is dat ze steeds op de tippen van haat tenen gaat staan als ze zingt. Na de eerste strofe gaat de distortion vol open en vallen drums en gitaar bij. De drummer zorgt voor duistere backings vocals.

Het volgende nummer Dig Your Fingers In staat up hun derde album en begint met gitaar en zang, maar ontploft al snel. Eén van de kortste nummers van de avond, maar een song die live zeer te smaken valt.

Marking the Heart of a Serpent komt van het vorige album. De song groeit vanuit een rustige gitaar riff, de bas valt bij en Rachel’s stem klinkt zeer fragiel. Een welgekomen rustpauze in de set. Voor het eerst staat ze niet op haar tippen. Een kortstondig interval vol distortion sterft snel uit, maar zorgt er wel weer voor dat Rachel op de tippen gaat staan. Als het nummer even stopt volgt er direct applaus, het schaarse publiek kent het nummers dus niet, want is maar een rustpunt in de track. De herneming begint zere stevig en klinkt volledig anders dan het eerste deel van de song. De song vertraagt stelselmatig en bij momenten lijkt er geen einde aan te komen.

Golden Purifier komt weer van de nieuwe CD. Zoals op meerdere nummers van dit album zorgt de drummer van backing vocals met een diepe stem. Opvallend is ook dat hij geen (of amper) snaredrum gebruikt, maar dat het vooral toms en cymbalen zijn die we horen. Live brengen ze het nummer zonder bass en dus hangt Rachel voor het eerst zwoel rond haar micro om hem later in de hand te nemen en voorzichtig het podium te verkennen. Darkness zal het laatste nummer van de nieuwe lichting blijken. Eén van de zwaardere nummers van de avond. Het grijpt je direct bij de keel, is wat schreeuwerig en de backing vocals zijn nog zwaarder dan bij het vorige nummer. Het middenstuk is rustiger maar even schitterend.

Tijd voor de eerste echte klassieker van de avond, No Dog. Plots besef ik dat we eigenlijk gewoon in een kelder op een eilandje temidden van de Maas zitten, de stank komt plots langs alle kanten te voorschijn. En tijdens dit nummer wordt het echt duidelijk dat de klank hier niet optimaal te krijgen is. De subtiliteit van de geniale gitaarlijnen verzuipen in de Maas. Maar het grootste deel van de zaal brult hard mee “I… Am… No… Dog, I… Am…. A…. Wolf”. Een subtiele intro leidt Marching Song in, al wordt het gedeeltelijk verstoord door de gebruikelijke zatlap op de tweede rij. Het is het tweede nummer van de avond waarbij de bass aan de kant gaat. De herwerkte versie, die ze ‘acoustic version’ labelen, is voor mij zeker geen verbetering, Rachel probeert tegen haar gewoonte in meer conventioneel te zingen, terwijl haar handelsmerk toch eerder het zingen in lettergrepen en woorden is (misschien wel in navolging van Maynard James Keenan?). Tijd voor het laatste nummer van de set, het geniale The Jungle. De drums lijken op de hartslag van de jungle, Rachel grijpt naar een steel pipe waarmee ze stevig op de snaren van haar bass slaat. In het rustige intermezzo komt ze samen naar het midden van het podium om een intiem moment te hebben met Thomas, gitaar tegen bass. De koperblazers die op de studioversie een mooie weerwaarde zijn, worden niet echt gemist. Het beste tekstueel moment komt er nu aan, een lang aangrijpend verhaal over iemand die in de jungle vast komt te zitten, gevangen door wortels, takken en klimop, maar zich toch weet te bevrijden. Een schitterend en waardig einde!

We moeten toch opmerken dat gezien hun reputatie en uitgebreide discografie Esben and The Witch toch zou moeten uitkijken naar de iets grotere en betere zalen, of misschien eens als opener voor een grote band moet aantraden op een Europese of wereld tournee om grotere bekendheid te kunnen genieten.

bottom of page